Freinet op de Boomgaard

Freinet op De Boomgaard


Als Freinetschool kiezen we voor functioneel werk en natuurlijk leren. Een goed ingerichte klas in een uitdagende leef- en werk omgeving en een sterke organisatie waarbinnen kinderen kunnen onderzoeken, uitwisselen en ervaringen vastleggen zijn absolute voorwaarden. De mate waarin de begeleider samen met de kinderen deze klasomgeving vorm geeft en structuur aanbrengt is meebepalend voor de stroom van ervaringen waarmee een kind zijn ontwikkeling versnelt. 
Op welke manier dit plaatsvindt op de Boomgaard illustreren we met enkele voorbeelden.

 

Schrijven en lezen


Geen handboeken met vreemde verhalen.  Op de Boomgaard is het werk van de kinderen bron en eindpunt van ons taalonderwijs.  Kinderen schrijven vrije teksten, verslagen, projectteksten en brieven.  Ook de kleuters 'schrijven' met tekeningen of kunstwerken.  De kinderen mogen hun teksten voorlezen en de teksten worden ook weer gelezen door andere kinderen. Dit zorgt voor een geweldig lees- en schrijfplezier. Komt de boodschap over?  Is de schrijver duidelijk?  Staan er fouten in mijn tekst?  Kan er iemand helpen deze tekst voor te lezen?  De leerkrachten gebruiken deze natuurlijke lees- en schrijfhonger om de lessen op te bouwen.  Taalbeschouwing en spelling wordt als noodzakelijk ervaren.  Het inoefenen en trainen van regels als een nodige inspanning om steeds vaker en beter teksten te schrijven. Taal krijgt voor de kinderen zin en betekenis.

De klaskrant/de klasblog/ de schoolkrant/het leefboek/de website
Een Freinetklas is een echte werkplek. Redactieploegen in de klas of klasoverschrijdend zijn in de weer om kranten rond te krijgen. Teksten worden gepubliceerd. Nieuws wordt gebracht in de kring. Boeken worden voorgesteld met prachtige illustraties, toneeltjes of knutselwerk. Projecten en onderzoekjes worden gepresenteerd en uitgewisseld. De blog, de website, het vele mailverkeer…alle nieuwe media worden ingezet. Vlot en correct communiceren leren wij al doende.

 

Levend rekenen


Het kinderleven binnen en buiten de school is de voedingsbodem voor tellen, schatten, meten, wegen, cijferen, berekenen, onderzoeken, budgetteren. Hoe groot is ons voetbalveld? Hoe verdelen we onze zelfgepofte kastanjes? Hoeveel inwoners telt onze stad? Leerkrachten stimuleren probleemoplossend denken. In de kring of in de werkhoeken komt ook wiskunde vanzelf naar boven. Net als bij teksten maken kinderen hun eigen rekenonderzoeken. Bij de verkenning en oplossing van de rekenproblemen wordt wiskundig geredeneerd, verbeteren kinderen hun mathematisch denken en worden ze gevoelig voor rekenkundige structuren. Bij reflectie gaat het om de wiskundige inhoud die aan bod kwam: welke inzichten en basisvaardigheden, welke wiskundige begrippen en procedures de kinderen hebben gehanteerd. De les die volgt zoekt naar algoritmes of wiskunde-wetten. Naast het levend rekenen werken kinderen zlefstandig in hun rekenbundel. Ze trainen in hoofdrekenen, cijferen, breuken, kloklezen, tafels,…

 

Wereldoriëntatie: projecten/onderzoek


Het werk in de klas of de verhalen van de kinderen in de kring brengen de wereld binnen en zijn aanknopingspunten voor het verkennen van hun omgeving.
Is een cavia een nachtdier? Hoe komt de regenboog daar? Waarom moeten mijn ouders gaan stemmen? Hoe werkt een sluis? Inhouden rond natuur, tijd, ruimte, mens, maatschappij, techniek krijgen échte inhoud en creëren een grotere betrokkenheid. De kinderen gaan op onderzoek en denken zelf dingen uit. Door te proberen, te proeven, te voelen, te horen, te ruiken, te experimenteren, te vergelijken en door daarover te vertellen en er met elkaar over te praten in eigen woorden. Er worden experten uitgenodigd. We gaan samen naar de bib of zoeken op via de computer. De kinderen presenteren hun werk, maken affiches, collages, albums, tentoonstellingen. De verslaggeving en het onderzoek worden besproken. De reflectie gaat over het onderzoek, het gevonden antwoord, de samenwerking en de manier van presenteren.

 

Forum

Leren doe je niet alleen. We vertellen graag waarmee we bezig zijn. Presenteren ons werk. We proberen een aantal keren per
schooljaar aan elkaar te tonen waarmee we bezig zijn, wat we maakten, wat we leerden,… Geen grootse schoolfeestjes met voorgeprogrammeerde nummers. We gaan voor echtheid. Dit gebeuren gaat door in onze turnzaal.

 

De klasraad/de schoolraad


Ik vond het fijn dat je mij hielp met mijn tekst. Mijn buurman maakt teveel lawaai. Zij sluiten mij uit op de speelplaats. Wanneer kunnen we een fietstocht plannen? Ze fietsen te hard op de speelplaats. Kunnen we kippen houden? 
Samenleven betekent ook samen afspraken maken. Een klas is een groot huishouden waar heel wat te bespreken valt. Wekelijks en/of dagelijks vergaderen de kinderen met elkaar in de klas. Met de hele school éénmaal per week. Ze brengen zelf puntjes aan en schrijven ze op. De vraag opschrijven betekent op zich al dat er een zekere afstand tot het probleem genomen wordt, het is het begin bij het oplossen van conflicten. Als ze geplaagd worden geven ze aan waarom ze dat vervelend vinden. Er wordt uitgelegd waarom iets gedaan is en samen zoekt de groep naar oplossingen. Het ter verantwoording geroepen worden voor de hele groep dwingt tot een verdere objectivering. Emoties worden onder woorden gebracht. Ze krijgen zicht op hun eigen functioneren en dat van anderen. Het gesprek leidt tot duidelijkheid en beter begrip voor elkaars gedrag. Ze leren respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar. Leerlingen worden er zich van bewust dat mensen verschillende waarden en normen hanteren. Uit de oprechtheid van dit gezamenlijk overleg voelt iedereen dat er voor hen meer is dan het dragen van verantwoordelijkheid. Een coöperatieve klas is pas een hechte werkgemeenschap, als de groep veiligheid verschaft. Oefenen in democratie, groeien in burgerzin, elke dag opnieuw