Pedagogisch project

De Vlieger, een (basis)school voor kinderen van 2,5 tot 12 jaar is een Freinetschool. Dat wil zeggen dat de schoolwerking en de klaspraktijk in belangrijke mate steunt op het gedachtengoed van Célestin Freinet.

De Vlieger is een coöperatieve leef- en werkplek waar leerlingen, leerkrachten en ouders ernstig worden genomen en waar samen de verantwoordelijkheid wordt gedragen. De kinderen leren samenwerken en verantwoordelijkheid nemen, ze dragen hiermee bij aan de organisatie van het klassenleven.

De Vlieger wil een school zijn met oog voor verschillen tussen kinderen. In De Vlieger zitten de kinderen in groepen die naar leeftijd betrekkelijk heterogeen zijn. We vinden namelijk dat kinderen die afwisselend de jongste en de oudste zijn in een groep, op sociaal en cognitief gebied meer ontwikkelingskansen hebben. Kinderen doorlopen de hele basisschool in vier opeenvolgende leefgroepen: één kleutergroep (classe unique) en drie groepen in de lagere school. Kinderen zijn achtereenvolgens de oudsten en de jongsten in eenzelfde groep. Op kleuterleeftijd groeien ze uit tot de oudsten van hun klasgroep in de classe unique.

In De Vlieger zorgen we voor een veilige en krachtige leeromgeving. De kinderen leren met en van elkaar. Ze leren zorg dragen voor elkaar, samen te beslissen en samen verantwoordelijk te zijn. Dit krijgt vorm door o.a. de klasraad, de juniorraad, conflicthantering, leerling-bemiddeling, kindgesprekken en zelfevaluatie. We zijn uitdrukkelijk een verbindende school. 

Om kinderen voor te bereiden op een democratische samenleving leren we hen:

  • kritisch te zijn
  • constructief samen te werken
  • sociaal voelend te zijn
  • verantwoordelijkheid kunnen nemen
  • gevoelens en ideeën kunnen uiten
  • respectvol omgaan met gelijkenissen en verschillen

Daarnaast wordt het kind zoveel mogelijk individueel gevolgd. Voor een goede werking is regelmatig overleg heel belangrijk. Er vindt voortdurend overleg plaats tussen de teamleden, de kinderen en de ouders. Wij willen elk kind binnen zijn mogelijkheden op een hoger niveau brengen. 

De ervaringen van de kinderen vormen in De Vlieger het uitgangspunt. De leerkracht en kinderen werken zinvol samen. Leren is o.a. een experimenteel zoeken en uitproberen. Om die uitgangspunten te realiseren maakt het schoolteam gebruik van diverse freinettechnieken zoals kring, vrije teksten, natuurlijk leren, projectwerk, onderzoek, werkstukken, correspondentie, vrije expressie en de klasraad.
 

De kring vormt de overgang van thuis naar school en is de start van de dag. We willen nadrukkelijk vermijden dat er een kloof is tussen het leven thuis en op school. Zo breng je binnen wat werkelijk leeft bij het kind. 

Waar in de kleuterklas de leerkracht nog een sturende rol heeft, wordt die rol in de klassen van het lager meer en meer overgenomen door de kinderen zelf. Een leerkracht wordt begeleider. Uit die kring komen ideeën voor teksten, projectwerk, onderzoek, werkstukjes, muzische creaties, ...

Elk kind krijgt bij de start op De Vlieger een leefboek. Dat is bij de kleuters vooral een uitwisseling tussen klas en thuis. Thuis tekenen, schrijven ouders en het kind en in de klas doet de juf en het kind hetzelfde.

In het lager komen er o.a. teksten, werkstukjes, illustraties en verslagen van uitstappen in. Het kind beslist samen met de leerkracht wat er in komt. Het leefboek groeit mee met het kind gedurende de volledige schoolloopbaan en is een waardevol document om terug te blikken naar de evolutie in het ontwikkelingsproces van het kind. Als het kind op 12-jarige leeftijd de school verlaat heeft het een schat aan herinneringen om te koesteren.

Wat kinderen leren op school moet betekenis hebben, bv. lezen en schrijven om ervaringen vast te leggen en te kunnen meedelen.  Verder gaan klein en groot dikwijls buiten de schoolmuren op verkenning. De kinderen nemen daarbij vaak het initiatief: ze brengen ideeën aan en de oudsten organiseren ook zelf. Naast diverse daguitstappen gaat elke groep van het lager elk jaar een paar dagen op extra-muros vanaf de tweede leefgroep.

De Vlieger is een MOS-school. MOS staat voor Milieuzorg Op School. Zorg dragen voor het milieu behoort tot een van onze prioriteiten. Duurzaamheid, zorg voor de omgeving, energiebesparing, gezondheid en veilig verkeer krijgen ruim aandacht. 

De Vlieger is een multiculturele school, wat een weerspiegeling is van de buurt waarin de school gelegen is. De Vlieger maakt dan ook deel uit van de Brede School werking Sint-Amandsberg.

Op onze school wordt aandacht geschonken aan meertaligheid. Door de thuistalen van de kinderen op school een plaats te geven, beogen we een positieve attitude ten aanzien van het Nederlands en alle andere talen die op school vertegenwoordigd zijn. Dit heeft een positieve invloed op het welbevinden van alle kinderen. Kinderen talig maken begint bij hun moedertaal. 

Op De Vlieger zijn de ouders meer dan welkom. Ouderparticipatie krijgt vorm via de Ouderrraad, de MOS-werkgroep, de moedergroepen, het feestcomité, het onthaal 's ochtends in de klas en de informele overlegmomenten op de speelplaats na school. Je kan een kijkje nemen op de Facebookpagina Vliegerouders.

Op oudercontacten worden alle ouders gezien, indien nodig in samenwerking met de Tolk- en Vertaalservice van Gent. Ook tijdens de atelierdagen, waarbij klasdoorbrekend gewerkt, wordt doen we beroep op de (groot)ouders. Hierdoor kunnen we een grote variatie aan ateliers aanbieden en is het mogelijk om met kleine groepjes te werken. Bij projecten kunnen ouders hun steentje bijdragen door ervaringen/kennis te delen over een bepaald onderwerp in de kring of tijdens de verwerking (uitstap, creatie, demonstratie, …).

In De Vlieger kiezen we ervoor om de kinderen breed en permanent te evalueren. We volgen hierbij de overkoepelende visietekst van de Gentse Freinetscholen. Op de rapporten komen geen punten en worden alle talenten besproken en niet enkel het cognitieve. Naast de leerkrachten evalueren de kinderen  ook zichzelf, samen met de leerkracht in een kindgesprek.

Welzijn komt daarbij op de eerste plaats. Een kind komt maar tot ontwikkeling als het zich veilig voelt, vertrouwen heeft in zijn begeleiders, gezien wordt in zijn totale persoonlijkheid. 

Célestin Freinet:

“Werk is niet iets dat je kunt uitleggen en moet begrijpen, maar een realiteit die deel wordt van het mensenleven. Daarop moet ons onderwijs gericht zijn.”

Bron: de Pedagogie van het werk, Célestin Freinet