Leerkracht in de kijker: Juf Eef

Juf Eef heeft een kleuterklas op de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie in het UZ Gent. 

‘Mijn klasje is samen met de kleuterafdeling van de kinderpsychiatrie opgestart. Er was niets, met het budget van school en spullen die ik dankzij een oproep kon verzamelen, begon ik te bouwen. Drie jaar later kan ik zeggen: het is een échte kleuterklas. Er is een denkhoek, een poppenhoek, er zijn veel boekjes en speelgoed. Het was met vallen en opstaan, maar het is wel gelukt. Deze klas is mijn levenswerk, ik heb twee kinderen, dit is mijn derde.

Hoe vroeger we kunnen helpen, hoe beter voor later. In de dagkliniek krijgen kinderen tussen 2,5 en 6 jaar begeleiding van een ergotherapeut, verpleegkundige en een psycholoog. In de voormiddag volgen ze minstens één uurtje les bij mij. Ik werk altijd in hele kleine groepjes met drie of vier, soms zit een kindje helemaal alleen. Ze blijven minstens anderhalve maand, maar vaak wordt die periode twee of drie keer verlengd. Ondanks die korte periodes probeer ik wel het volledige onderwijsaanbod aan te bieden. Van sommige thema’s zoals ‘gevoelens’ blijf ik weg om niet in het vaarwater van de therapeuten te komen. Ik doe reis rond de wereld, verkeer... Ik volg zoveel mogelijk de gewone schoolwerking.

Kinderen zitten tegenwoordig in grote klassen. Met 24 kinderen is er altijd eentje met een pijntje, extra zorgen of een ongelukje. Leerlingen die hun weg niet vinden in een grote groep komen hier soms al binnen met een label: ’t is ne ambetante, hij is te druk… Vaak zijn de intenties van leerkrachten goed, maar hebben ze niet de juiste vaardigheden. Daarom probeer ik tijdens hun traject bij ons de link met de thuisschool goed te bewaren. Zo starten ze op een andere manier aan het vervolg van hun schooltraject. Het is de missie van de Ziekenhuisschool om kinderen vlot opnieuw te laten integreren in hun onderwijsloopbaan.

Een diagnose kan soms helpen om te zien waar gedrag vandaan komt, maar voor de rest probeer ik daar ook niet te veel aan vast te houden. Mijn tactiek als er een nieuwke komt? Heel veel kijken. Ik observeer wat ze doen en probeer daarop in te spelen. Je hebt kinderen die dingen nog niet goed kunnen verwoorden, maar die via creatie of spel iets overbrengen. Sommige leerlingen zijn schichtig, de eerste periode moet ik hun vertrouwen winnen. Ze zijn soms het plezier in het onderwijs al kwijt, dat is zo spijtig. Op die leeftijd is het parcours dat voor je ligt nog erg lang. Even op adem komen en hier geborgen kunnen zijn is dan een cadeau.

Vaak vragen mensen me of het niet heftig is om afscheid te nemen. Als het goed gaat zie ik ze met plezier vertrekken, de wijde wereld in. Dan weet ik: het komt goed, ze komen terecht. En er is geen tijd om te treuren: de week daarna staat er weer iemand nieuw om te koesteren.’