Medewerker (banket)bakkerij duaal (2de graad BSO)

Medewerker (banket)bakkerij duaal (2de graad)

Niveau 2de graad

Medewerker (banket)bakkerij duaal (2de graad)

Een brood- en banketbakker bewerkt, verwerkt, bakt degen en beslagen en bereidt daarmee brood, broodspecialiteiten, banketproducten, harde- en zachteluxe. Hij bereidt bovendien crèmes, mousses, romen en ijsproducten zoals consumptie-ijs en sorbet. Hij maakt suikerwerk en verwerkt marsepein en chocolade.
Tijdens de praktijkles bereid je, samen met je klasgenoten, allerlei bakkersproducten. Je leert banketproducten maken, crèmes en mousses bereiden, bavarois maken, werken met bladerdeeg, ijs maken marsepein maken en verwerken, suikerwerk maken, werken met chocolade, enz.

In de opleiding medewerker (banket)bakkerij duaal bereid je onder begeleiding verschillende soorten 

  • (gist)degen (broden, zachte en harde luxe, taarten, gerezen bladerdeegproducten, gezondheidsgerelateerde producten, …)  
  • soorten degen en beslagen (vet-, kook- en bladerdeegproducten, producten van beslagen, producten met beslagen, gezondheidsgerelateerde producten, …) 

om deze te 

  • verwerken, 
  • te bakken, 
  • af te werken, 
  • te bewaren en 
  • te verpakken volgens de voorschriften van de voedselveiligheid.

Niveau 3 de graad

Brood- en banketbakkerij duaal (3de graad BSO)

Brood- en banketbakkerij is een praktische richting in de arbeidsmarktfinaliteit. Je ontwikkelt de vereiste competenties bij het bereiden en verkopen van brood- en banketbakkerijproducten. Je verwerft hierbij de nodige inzichten in voedingswaarde en gezondheid, economisch en duurzaam handelen en de organisatie en het beheer van een bakkerij. De basistechnieken van de tweede graad worden verder uitgediept.

Daarenboven wordt het teamwerk, de veiligheid, de gezondheid en hygiëne geaccentueerd tijdens de lessen en op de specifieke stageplaatsen met het oog op de commerciële vorming (marketing, automatisering, verkooptechnieken, voorraadbeheer, bedrijfsorganisatie, administratie en personeelsbeleid) van de leerlingen. 
In het duale traject wordt de nadruk nog sterker gelegd op het praktijkgerichte werken. Je leert twee dagen in de week werken op school en gaat drie dagen in de week bij een echte bakker in de praktijk ervaring opdoen. Naast de algemene vorming en de productie is er ook oog voor algemene regelgeving en veiligheid binnen de werkomgeving.