Zorgbeleid

ZORG EN ICLB

 

1. Visie en kenmerken

Visie van het SOG :

Het SOG laat de ontwikkelingskansen van elk individu en elke groep maximaal renderen. Het realiseert een kwaliteitsvol en vernieuwingsgericht opvang- en onderwijsaanbod in een pluralistische en democratische omgeving. 

Schoolvisie : 

We willen een warme school zijn met onderzoekend leren als motor, waar elk talent telt om gelijkere onderwijskansen te realiseren met oog voor een wereld in verandering. We streven ernaar dat kinderen hun talenten kunnen ontdekken en er niet enkel gefocust wordt op de cognitieve ontwikkeling. Het is ons doel dat elk kind alle mogelijke kansen krijgt om maximale leerwinst te verwerven. We besteden eveneens aandacht aan preventie en remediëring van ontwikkelings- en leerachterstanden, alsook aan het begeleiden van socio-emotionele problemen. Wij proberen het gemeenschappelijk curriculum aan te passen aan de noden en de mogelijkheden van het individuele kind. We proberen ook waakzaam te blijven over de draagkracht van de school, daarom opteren we voor een continuüm van zorg.

Contextkenmerken van onze basisschool : 

Onze school bestaat uit drie vestigingsplaatsen. De kinderen stromen door van De Kleine Speurneus (K0-K1) naar De Speurneus (K2-K3) naar Henri D’Haese (L1-L6). Daar wij een buurtschool zijn vind je in onze school ook “een doorsnee” van de buurtpopulatie. Zo zijn er kinderen van zelfstandigen, bedienden, werklozen, anderstaligen, leerlingen van éénoudergezinnen, lln. wiens ouder(s) eerder beperkte mogelijkheden hebben (vb. om te helpen bij huiswerk) of financiële problemen hebben, … Veel lln. van de school leven in “nieuw samengestelde gezinnen”. Naast de Belgische kinderen zijn onze kinderen ondermeer afkomstig uit Turkije, Marokko, Polen, Bulgarije, Algerije, Slovakije, Afghanistan, Amerika, Palestina, Spanje, Egypte, Portugal, Albanië en Roemenië.

 

2. Zorgcontinuüm Henri D’Haese 

Om ons zorgbeleid zo goed mogelijk te organiseren binnen onze school maken wij als team gebruik van het zorgcontinuüm, dat de zorg in vier fases verdeeld. Deze fases zijn zichtbaar in onderstaande visualisatie en worden verder in de tekst besproken. 

 

 

 

 

 

Fase 0 : brede basiszorg

 

Goede zorg start met goed onderwijs in de klas waarbij aandacht is voor de totale ontwikkeling van alle leerlingen. De klasleerkracht is de spilfiguur binnen deze fase. Door de dagelijkse omgang met de leerlingen kent hij/zij zijn leerlingen en hun noden het best. De zorg voor de leerlingen blijft dus in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de klasleerkracht. De leerkracht zorgt ervoor dat iedere leerling zicht goed voelt in de klas (welbevinden) en zich kan ontwikkelen op eigen niveau, binnen de eigen mogelijkheden . De leerkracht past zijn/haar klasorganisatie aan en houdt rekening met het tempo, de mogelijkheden en de achtergrond van de leerling. De klastitularis draagt dus zorg voor de organisatie en de uitvoering van deze basiszorg in zijn/haar klas. Er wordt aandacht geschonken aan de talenten en  de meervoudige intelligentie van de lln. door breed te kijken en op te volgen, door signalering, door  het leerlingendossier bij te houden en door te differentiëren. Ook de betrokkenheid van ouders is heel erg belangrijk. Zij kunnen op verschillende manieren betrokken worden zoals bijvoorbeeld leesouder, vertelouder, knutselouder, kookouder, …

 

Praktisch: brede basiszorg op leerlingenniveau kleuter en/of lager :

 

  • EDI: verlengde en verkorte instructie, extra oefentijd en beperken van de oefeningen (tempodifferentiatie).
  • Differentiatie, zowel verrijkend als remediërend
  • Gebruiken van hulpkaarten en hulpboekje.
  • Hoeken- en contractwerk.
  • Werken met zorgschriften (z-schriften).
  • Werken met Bingel (oefenplatform)
  • Toepassen en naleven sticordi/maatregelen
  • Drie-sporenbeleid 
  • Opmaken klasspiegel.
  • Foutenanalyse na evaluatie.
  • Observaties kleuter
  • Bibliotheekbezoek.
  • Extra muros (uitstappen, openluchtklassen).
  • Atelierwerking (talenten, socio-emotioneel, …)
  • Afname testen (AVI, DMT, LVS-Wiskunde, Fonemisch bewustzijn en SIBO-rekenen)
  • Ontwikkelen sociale vaardigheden (kring, atelier, goed-gevoelplan)
  • Kwartierlezen
  • Voorlezen klasoverschrijdend

 

Praktisch: op leerkrachtenniveau kleuter en/of lager : 

 

  • Klasspiegel
  • Klassenraden
  • Leerlingvolgsysteem Questi
  • Zorgoverleg tussen klastitularis en zorgjuf.
  • Kleuters stimuleren in hun algemene ontwikkeling en activiteiten aanbieden binnen verschillende ontwikkelingsdomeinen.
  • Positief bekrachtigen. 
  • Zorgen voor een boeiende leeromgeving.
  • Klasoverschrijdend werken.

 

Praktisch: op schoolniveau kleuter en/of lager :

 

  • Goed-gevoel-plan.
  • Open communicatie met ouders (oudercontacten informeel en formeel)
  • Oog hebben voor diversiteit.
  • Koffiemomenten organiseren.
  • Middagactiviteiten organiseren op de speelplaats (leeshoek,  wieltjesdag …)

 

 

Fase 1 : verhoogde zorg

 

Wanneer de zorgbrede aanpak in de klas niet volstaat, wanneer de leerkracht een zorgvraag heeft, wanneer een leerling specifieke hulp nodig heeft, … verhogen wij de zorg. De leerkracht blijft de eindverantwoordelijkheid dragen en signaleert de moeilijkheden aan het zorgteam. Dit gebeurt tijdens een collegiaal overleg, een zorgoverleg, een klasbespreking of een klassenraad. Ook ouders en leerlingen kunnen steeds hun ongerustheid en vragen melden aan het zorgteam.

Voor leerlingen die meer hulp nodig hebben passen we de opdrachten, taken (leer)activiteiten of materialen aan. De leerkracht schakelt hierbij frequenter de hulp van de zorgjuf in. De zorgleerkrachten nemen hier een belangrijke rol in.

De zorg wordt bij voorkeur binnen de klas gerealiseerd (klasintern), maar kan ook in de zorgklas doorgaan (klasextern). Het zorgteam kan de leerkracht bij staan met het verzamelen van relevante gegevens en het formuleren van de onderwijsbehoeften voor deze leerlingen (Kijkwijzer iCLB).

 

Praktisch: op leerlingenniveau kleuter en/of lager : 

 

  • Niveaubepalingen.
  • Hulpkaarten, extra materiaal, concreet materiaal.
  • Extra instructie, verlengde instructie.
  • Beperken van de oefeningen.
  • Terugkoppeling op klasniveau door herhalingsoefeningen, uitbreidingsoefeningen …
  • ReDiCoDis opstellen.
  • Plan van Aanpak
  • Sociogram

 

Praktisch: op leerkrachtenniveau kleuter en/of lager :         

 

  • Intern zorgteam
  • Klasbespreking en klassenraad
  • Co-teaching

 

Praktisch: op schoolniveau kleuter en/of lager :

 

  • Inschakelen externen zoals de opvoedingswinkel, hulpouders, …
  • Specifieke oudercontacten al of niet met externen
  • iCLB schoolondersteunende vragen

 

 

Fase 2 : uitbreiding van zorg

 

Indien de aangeboden zorg in fase 0 en fase 1 niet volstaat om het gemeenschappelijk curriculum te behalen, breiden we de zorg nog verder uit. In deze fase wordt het iCLB ingeschakeld.

Ouders worden op de hoogte gebracht en met hun toestemming wordt aan het iCLB-team gevraagd om een grondige individuele probleemanalyse via een handelingsgerichte diagnostiek te doen. Dit kan gebeuren door middel van een intake-gesprek, observaties, bijkomende onderzoeken (IQ-test, onderzoek naar leerstoornissen, vragenlijsten, …). Op basis van de resultaten van de onderzoeken wordt een sterkte/zwakte analyse opgemaakt. Hierbij wordt breed gekeken en staat het welbevinden van de ll. centraal. De onderwijsbehoeften van de leerling, de ondersteuningsbehoeften van de ouders en de leerkrachten worden in kaart gebracht. De zorgcoördinator bewaakt het verloop en noteert zorgvuldig welke stappen er genomen worden. Deze informatie wordt toegevoegd aan het leerlingendossier. Onze school en het iCLB hebben om de drie weken een extern zorgteam. Deze data worden reeds vastgelegd in het begin van het schooljaar.

 

Praktisch: op leerlingenniveau kleuter en/of lager : 

 

  • IQ-test
  • Rekenonderzoeken (dyscalculie)
  • Taal- en spraakonderzoeken (kennis van de Nederlandse taal)
  • Lees- (dyslexie) en spellings- (dysorthografie) onderzoeken
  • Fijne motoriek (dysgrafie)

 

Praktisch: op leerkrachtenniveau kleuter en/of lager :

 

  • Gedragsvragenlijsten leerkrachten
  • Kijkwijzer iCLB
  • Extern zorgteam
  • Ondersteuning van externen bij een gemotiveerd verslag

 

 

Praktisch: op schoolniveau kleuter en/of lager :

 

  • Gedragsvragenlijsten ouders
  • Intake-gesprek ouders met iCLB

 

 

Fase 3 : school op maat

 

Heel soms zijn onze zorggrenzen bereikt en behalen we binnen het GC (gemeenschappelijk curriculum) niet het gewenste resultaat, omwille van zeer specifieke onderwijsbehoeften. De ontwikkeling van het kind is ernstig vertraagd/staat stil. In deze situatie wordt samen met het iCLB gekeken naar een school op maat (overstap naar het bijzonder onderwijs) of een IAC (individueel aangepast curriculum). 

Voor een  IAC is een motivatieverslag van het CLB vereist en dat wordt enkel opgemaakt met toestemming van de ouders. Als ouders geen toestemming geven is er officieel geen IAC mogelijk. Het is belangrijk om in het belang van het kind te blijven werken aan het aanvaardingsproces bij de ouders.

 

 

Verschil tussen een ll. die naar het BuO gaat en een ll. met een IAC :

 

Een ll. met een IAC in het gewoon onderwijs krijgt nooit een getuigschrift of een diploma of attest … . Een ll. in het buitengewoon onderwijs krijgt wel op het einde een diploma of getuigschrift of attest.

 

 

3. Besluit zorgcontinuüm:

 

In dit gehele traject stellen we  het HGW (handelingsgericht werken) voorop. De principes van het HGW helpen ons om onze interne werking te optimaliseren. Het biedt ons ook een gezamenlijk kader voor al wie betrokken is bij zorg op school : het schoolteam, de pedagogische begeleiding, het iCLB en eventuele andere externe partners, uiteraard de ouders en de leerling zelf. HGW bundelt de krachten van al die actoren. 

 

HGW gaat uit van zeven principes:

 

  1. Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften

We kijken naar wat een leerling nodig heeft om een doel te bereiken zodat het onderwijs- en opvoedingsaanbod beter afgestemd kunnen worden op zijn/haar behoeften. 

  1. Afstemming en wisselwerking

Doelgericht werken met haalbare adviezen. Eerst onderzoeken, als … dan …,  goed    overleg. 

  1. De leerkracht doet ertoe

De persoonlijkheid en de vaardigheden van de leerkracht zijn een belangrijk gegeven voor de ontwikkeling van de leerling. De leerkracht wordt ondersteund door het zorgteam om ook aan zijn ondersteuningsbehoeften tegemoet te komen.

  1. Positieve aspecten

Positieve aspecten van alle betrokkenen gebruiken. We werken in kleine         haalbare stapjes en hanteren het positieve als opstap. Het positieve versterken gaat beter dan het negatieve veranderen. Een complimentje geven kan wonderen verrichten.

  1. Constructieve samenwerking

Alle partijen (leerkrachten, ouders, leerlingen en iCLB) worden actief betrokken in het plan van aanpak. We kijken naar het kind in deze school, in deze groep, met deze ouders, met deze leerkracht, …

  1. Doelgericht 

Bekijken in welke mate een handeling of een stap nodig of nuttig is in functie van het afgesproken SMART-doel.

  1. Systematisch en transparant werken

Eerst denken en dan doen. Iedereen kent, begrijpt en gebruikt de afgesproken werkwijze.

 

Deze zeven principes zijn sterk met elkaar verweven. Door handelingsgericht te werken, proberen we zo goed mogelijk te zorgen voor de optimale ontplooiing van elk kind.

 

 

4. Ouderbetrokkenheid

 

De ouders nemen een belangrijke plaats in binnen het zorgcontinuüm op alle niveaus. Bij de inschrijving brengen wij de ouders op de hoogte van ons pedagogisch project en het schoolreglement. Zij verschaffen ons relevante informatie over hun kind en  over de thuissituatie. In het begin van het schooljaar krijgen de ouders ook een brief waarin de werking van de zorg wordt uitgelegd. 

Bij een specifieke zorgvraag worden de ouders op de hoogte gebracht van welke stappen er worden ondernomen. Via informele gesprekken, schoolpoortcontacten, oudercontacten, rapporten, … brengen wij ouders op de hoogte over de vorderingen van hun kind. Onze school werkt ook samen met ‘Kinderen Eerst’.

Wij maken eveneens gebruik van de hedendaagse communicatietechnologie (klasface-book, website, …) om schoolactiviteiten zoals uitstappen, ateliers, … in de kijker te zetten. 

 

5. Overzicht bijkomende zorgmaatregelen binnen de organisatie van onze school

 

Zorgwerking 

 

  • Zorgorganisatie
  • Brief voor ouders 
  • Goed-gevoel-plan
  • SMART-doelen

 

 

Klassenraden - klasbespreking

 

  • Afspraken klassenraden 
  • M-decreet en klassenraden: hoe beslissen 
  • Observaties kleuters
  • Klasspiegel
  • Toelatingsvoorwaarden L1 
  • Overgang L6-SO 
  • Overgang K3-L1 

 

Schoolverlaters

 

  • BaSO-fiche
  • Kindfiche

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lager en Kleuter

Marina is onze zorgcoördinator voor kleuter en lager.

Magaly is onze zorgcoördinator voor het lager. 

lager

Marijke is de zorgleerkracht in onze lagere school. 

 

kleuter

Zorgleerkrachten Guldenmeers: Jozefien en Annelies.

Zorgleerkrachten Kerkstraat: Vanessa en Sara.

visie

Om uw kinderen optimaal te begeleiden, zullen de zorgleerkrachten elke week één lesuur klasintern werken. De overige uren kan het gebeuren dat de zorgleerkracht ook eens met een leerling of een klein groepje leerlingen uit de klas gaat om iets uit te leggen. Er kan evengoed gekozen worden om een vast groepje leerlingen te ondersteunen gedurende een bepaalde tijd.

Deze ondersteuning gaat dan door in de zorglokaal, de gang of een STIBO-ruimte.

Wanneer, hoe en met wie er wordt gewerkt, hangt af van de noden die er zijn op dat moment.

 

In het lager zetten we ook maximaal in op binnenklasdifferentie. We werken met een drie sporenbeleid.

De basisdoelen zijn doelen waarvan verondersteld wordt dat alle leerlingen in de klas deze kunnen bereiken.
Soms moeten doelen aangepast worden afhankelijk van wat je van een kind kan verwachten. Kinderen die meer aankunnen krijgen verrijkingsdoelen.  We bouwen ook keuzemogelijkheden in die aansluiten bij de belangstelling van de leerlingen.

 

Meer inlichtingen over deze werking kunt U steeds bekomen bij de klastitularis, de zorgleerkracht of de zorgcoördinator.

samenwerking CLB

Vanuit het zorgcontinuüm moet iedere school een gepast zorgbeleid uitbouwen voor al haar leerlingen. Het zorgbeleid bestaat uit 4 fases waarbij de school samen met het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en de ouders zo goed mogelijk voor de leerlingen zorgen:

  • Fase 0: brede basiszorg
  • Fase 1: verhoogde zorg
  • Fase 2: uitbreiding van zorg. Het CLB krijgt een actieve rol en onderzoekt wat de leerling, de leraren en de ouders kunnen doen en wat zij nodig hebben. Het CLB stelt nadien eventueel een gemotiveerd verslag op, waarin het de nood aan uitbreiding van zorg motiveert. Dan kan de school ondersteuning vanuit het ondersteuningsnetwerk aanvragen.
  • Fase 3: IAC: individueel aangepast curriculum (in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs)

goed gevoel beleid