Monsters bij de vleet

Wat gebeurde daar in de poppenkast.

Wie was er daar, wat zag en hoorde ik daar.

Iets groen, met twee gele ogen, een blauw-groene neus, een rode mond met scherpe witte tanden, kleine wriemeloortjes en paarse piekhaartjes.

En zagen die washandjes er niet wat griezelig uit.

Er waren monsters in de klas.

We schilderen met verschillende kleuren op krantenpapier en ze werden monsters, MONSTERS!

Met verschillende kleuren plasticine was er zowaar een monster met veel ogen op mijn tafel. Eng!

Een wit blad papier, een dikke en dunne zwarte stift, een zwart kleurpotlood, een schrijfpotlood, een zwart vetkrijt.

We tekenen MONSTERS!