Lessen ATN bij juf Inge

De leerlingen ATN poseren voor de foto om woorden en begrippen concreet te maken.
Zo voelen ze wat het woord betekent of wijzen ze naar het bewuste voorwerp. Er wordt een grote kaart gemaakt waar de foto ' s op staan en als ze het woord niet weten in de Nederlandse taal kunnen ze het aan de juf tonen door de foto aan te duiden. Zo voelen ze zich begrepen en weet de juf wat ze bedoelen. Daardoor voelen de kinderen zich veilig en pikken ze sneller de taal op omdat ze daardoor een beetje meer zelfvertrouwen krijgen.

Woordjes zijn bijvoorbeeld: warm, koud, pijn, hoofdpijn, buikpijn, hallo, kring, toilet, handen, wassen, hallo, eten, drinken, tafel, stoel, jas, ik, auto, pop, peer, appel, appelsien of sinaasappel, vuilbak, papier ... .