Blij weerzien met de paarden

Ik ging met mijn klas naar de manege.

We gingen met de bus. 

Ik heb op het paard gereden.

Ik sprong op de trampoline.

Ik zat op de schommel en de glijbaan.

Het was heel fijn.

We gingen met de bus terug naar school.

A.S.