Verhalen van het vijfde leerjaar
De leerlingen van het vijfde leerjaar schreven in kleine groepjes enkele fijne verhalen.
Lezen jullie mee?
Brand op school
Simon en zijn gezin leven gelukkig.
Simon heeft geen broers en zussen. Hij woont dicht bij de school. Op een ochtend gaat hij naar school en staat zijn vriend op hem te wachten.
Hij heet Briek. Hij zit in een rolstoel Briek en Simon zijn allebei 11 jaar ze zijn beste vrienden. Op een dag vroeg Simon : Ik wil je niet kwetsen zegt hij maar hoe kom je in die rolstoel? Briek begint te vertellen: Op mijn verjaardag gingen we naar de dierentuin, ik was heel blij! Ik keek er naar uit! We reden met onze nieuwe Porsche naar de Zoo!
We zagen een grote tractor. Het was een spookrijder...
Hoofdstuk 2
Boem!!! Mijn ouders waren dood... Ikzelf overleefde het. Maar ik zelf lag in een coma
Ik ging sterven mijn oma ging ook bijna sterven... Ze was al 103, de dag daarna ging ik sterven
Maar mijn oma gaf haar hart aan mij... Ze zei: ‘Ik ben al oud genoeg ik geef je mijn hart.’
Toen leefde ik nog maar ik zat in een rolstoel... Voor mijn hele leven tot ik stierf dus
TRING!!! TRING!!! TRING!!!
Ze staan in de rij. Dan komt meester Frank. Hij zegt: ‘Kom binnen.’ Ze gaan naar de klas ze moeten cijferen. Simon is daar slecht in, Briek is daar goed in.
Ze hebben een heel een heel strenge meester... Hij geeft iedereen straf. Dan gaat het brandalarm...
Tuut! Tuut! Tuut! Tuut! Tuut!
Iedereen spurt naar buiten, Simon ook. De school is hevig aan het branden!
Nu gingen ze tellen, in totaal zijn ze met 23. Ze tellen er 22... Dan zegt een kind: ‘Is die domkop Briek er?’
Hahaha beginnen ze te lachen. Iedereen behalve Simon...
Simon loopt naar binnen, dan ziet hij hem hij pakt hem op zijn rug! En gaat naar buiten...
Hij heeft hem gered!! Het staat in alle kranten!! Hij is de held van de klas!
Einde!
Zakariya, Julius en Milo
Het magische schilderij
“Gisteren gebeurde er iets vreemd in het museum. Ik zag een man door een schilderij springen, Ik dacht dat ik droomde maar nee, het was echt gebeurd. Morgen gaan we met de hele klas naar het museum, dan zal ik het bewijzen voor iedereen. En dat doe ik in 3 stappen.”
1: Zorg voor alle aandacht.
2: Zeg wat ik gisteren heb gezien (maar niemand zal het geloven).
3: Dan er gewoon door springen.
Paf!
Volgende dag: “Het is mislukt, ik sprong tegen het schilderij. De Nachtwacht en het is gescheurd. Ik zit nu in de jeugdgevangenis. Voor 5 jaar!”
5 jaar later: Ik ben vrijgelaten maar mijn ouders zijn gestorven bij een auto-ongeluk, dus nu woon ik bij mijn opa en oma. Een paar maanden later zei oma: we gaan naar het museum. Ik dacht nee, nee, nee ik wil niet weer voor 5 jaar in de gevangenis. Maar ja grote mensen kiezen, dus wij gingen naar het museum. Wij waren in het museum en het schilderij De Nachtwacht was weer gemaakt. Dus ik wou het toch nog eens proberen. Ik keek nog eens of er niemand keek en toen sprong ik en vloog erin. Ik zag nog net dat opa keek en hij sprong er ook in. Het is gelukt: ik zit in het schilderij De Nachtwacht met opa. Oma stond gewoon nog naar een ander schilderij te kijken. Maar waar waren opa en ik? Oh nee, we waren in 1642...
Einde
Sam en Sofia
Frankie Frank gaat op reis!
Ik ben Frankie en iedereen zegt dat ik twee linkse handen heb.
Maar ik weet niet wat dat betekent?
Mijn mama zegt dat dat komt omdat ik niet naar school ga. Nu wil je wel weten waarom
ik niet naar school ga, omdat ik al 5 keer heb gedubbeld!
Super hé! Maar ik moet wel nog iemand voorstellen, mijn hondje Frankrijk!
Mijn papa is gevlucht naar Frankrijk!
Ik mis hem. En we hebben niet genoeg geld om werk te zoeken en we wonen in een
klein appartementje.
Ons hondje hebben we op straat gevonden. In een kartonnen doosje waar op stond: je mag me hebben.
Ik pakte het kartonnen doosje en liep er mee naar huis.
Maar ik wist niet van wie het kwam. Ik moet jullie nog iets zeer geheim vertellen.
En dat gaat over mijn PAPA!
Mijn papa is gevlucht, zoals jullie al weten. Ik ben al jarenlang bezig met een zoektocht naar mijn papa, maar ik vind hem niet.
In de doos plakte een kaart van Frankrijk. Op de kaart van Frankrijk stond er een rode stip. Er stond bij ‘papa’. En ik dacht meteen: het is van mijn papa.
Dus ik heb een plan bedacht: ik ga sparen tot ik een ticket heb om op reis te gaan naar Frankrijk.
Een paar jaar later had ik eindelijk geld om een ticket te kopen. Dus ik vertrok naar Frankrijk.
2 uur vliegen is echt niet leuk!
Eindelijk kwam ik aan. Eerst zocht ik een slaapplek. Maar daar had ik niet aan gedacht.
Dus moest ik op straat slapen. De ochtend brak aan, dus besloot ik om te gaan zoeken naar mijn papa. Na drie uur rondlopen en nadenken waar hij kan zijn besloot ik om één uurtje te rusten. Toen had ik het idee om te vragen aan de politie waar mijn papa is.
Maar toen ik naar de politie liep, was ik vergeten dat ik die kaart had.
Toen keek ik nog eens naar de kaart
Ik zag de rode stip en ik wandelde tot ik aan de stip was .
Toen liep ik het huis in en ging naar boven. Toen ik boven was, liep ik de kamer in en zag ik iemand zitten. Ik zei: ‘Hallo, ik heet Frankie Frank.’
De man zei (mijn papa) , ‘Wie ben jij?’ Ik zei: ‘Ik ben je zoon.’
'Oooo mijn jongen, toch, ik heb je gemist! Ik ben blij dat ik je terug, zie zullen we naar huis gaan ? ’
Toen we aankwamen na een lange vlucht waren we weer samen zoals vroeger!
Einde
van Miro H en Lewis